Drie leden van het Motion Quartet vormden samen met Sando Rosa en Jan Oudhuis in 1966 de formatie Everyman. In 1968 nam Rene Grenier de stokken over van Sandro en kwam Jack Beneker de groep versterken als solozanger. Jack Seegers verhuisde naar het zuiden des lands.
Everyman hield zich vooral bezig met repertoire waarbij het accent vooral op de close-harmony lag. Zo werden er veel nummers uitgevoerd van the Ivy League, Buffoons, Byrds, Beatles e.d. Ook verschenen er eigen composities op het programma.
Everyman stond niet zo vaak in de schijnwerpers als andere Helderse formaties, maar timmerde toch flink aan de weg. Overal werd gespeeld: van jongerencentra, buurthuizen, schoolfeesten e.d. tot kroegen en dancings zoals b.v. de populaire club Extase in de Koningsstraat in Den Helder. Deze laatste club was feitelijk een thuisbasis van de groep en dichtbij hun oefenruimte in 'de Binding'.
De band was ook actief in de opnamestudio. Er werden o.a. enkele jingles opgenomen voor radio Veronica ( Tom Collins' Ook goede morgen en Een negen twee , gedeeltelijk samen met het damestrio the Hearts of Soul die een jaar later bekend worden door het Eurovisie Songfestival ( Waterman). Ook op de tweede singel van de Alkmaarse popgroep the Dallics werden de achtergrondvokalen door Everyman verzorgd.
In 1969 dook de groep opnieuw de studio in, nu bij Studio Frans Peters in Bergen waar twee eigen nummers, Fairy tales en Everybody likes you werden vastgelegd. Later werden beide opnamen elders voorzien van een blik zoete violen, een trompet, een vette basgitaar en een gelikte gitaarsolo. Daarna was het afwachten of het plaatje ook daadwerkelijk zou worden uitgebracht.
Aanvankelijk kocht de firma Phonogram de opnamen van Frans Peters, om ze vervolgens in de ijskast te zetten (marktbeheersing noemden ze dat ! )
Uiteindelijk zag Frans kans om ze daarna aan het label Ariola te slijten, maar wegens bovenstaand akkevietje kon de plaat niet meer worden uitgebracht onder de naam Everyman, maar bedacht Ariola de nieuw naam Late Swallow voor de band.
De singel kwam in 1971 op de markt en Ariola kwam zelfs met een heus platencontract op de proppen. Helaas viel de groep om allerlei redenen ( diensplicht, verhuizing ), uiteen en is dit 45-toerenplaatje, waarvan er in totaal 500 van geperst zijn, nooit in de tips of tops doorgedrongen. Het verscheen nog wel in het wekelijkse Veronica Top 40 blaadje van 25 september 1971, als keiharde kraker tussen beroemde acts als Cat Stevens en Jethro Tull.
Op 21 februari 1971 vond het laatste optreden van Everyman plaats in bar / dancing Extase. Een korte herstart met andere muzikanten mislukte. Dit betekende echter niet het einde van de muzikale activiteiten van de bandleden: Jack, samen met Johan en Tineke Greeuw vormden van 1974 tot 1985 het folktrio Interlude. In 1979 en 1982 werden respectievelijk de LP's Interlude en Dunsky Castle uitgebracht. Jan Oudhuis toert nog steeds als ' Jan Nieuwediep' door het Amsterdamse kroegencircuit. Rob Lagerveld en Johan Greeuw doken later op in bands als Wetstone, Boetband, Duo Borodhi en Dia Mairt.
Jack Beneker heeft zijn eigen muziekuitgeverij 'Metaphore Music' en maakt geregeld cd's met Nederlandstalige gedichten die hij van eigen muziek voorziet. Ook schrijft hij nummers voor anderen en doet af en toe een reunie-optreden met the Lightnings.
Johan houdt zich bezig met muziekregistratie- / produktie bij Mendatone Studio
Bron: Helderse Courant, oktober 1968
"EVERYMAN" BRENGT FEL GEKLEURD REPERTOIRE
Als alle klanken zijn weggestorven, rest nog het geroezemoes van een hip auditorium, een handjevol verschillende, maar wel opvallend geklede jongens en meisjes. Hier en daar opklinkende kreten als "Mieters he" en "Blits man", ontsnappen niet aan de aandacht.
Met verstolen bewondering kijkt een mini-meisje in optima-forma naar het opgepoetst chroom van een kostbare drum-installatie in de hoek van het repetitielokaal aan de Stakman Bossestraat.
Het zijn gevleugelde woorden, waarmee het repertoire van "Everyman", vijf Helderse jongens eventjes wordt beoordeeld. Sinds 11 december van het vorig jaar treedt deze groep in nieuwe bezetting op. Het repertoire is een fel gekleurd en imposant schilderij, waarop Ivy League, Byrds, Beatles, Hollies, Incrowd en Tee-Set hun indrukken hebben achtergelaten. En niet te vergeten de Beach Boys. De vocale omlijsting hiervan heeft in de wijde omgeving zijn weerga niet, vertellende fans.
Rene Grenier, achttien jaar, roffelt met nonchalant genoegen de vier stemmen ( 21 ), Jack Beneker ( 22) en Jan Oudhuis van Johan Greeuw (19, Rob Lagerveld (22) aan stukken, die gretig worden geconsumeerd door de oren van beatgirls met partners. Een groot instrumentarium, waaronder een electrische piano, waarop Rob Lagervelds vingers een onvolprezen melodische choreografie dansen, is afgebakend door vier microfoons. de handen van Jack Beneker vouwen een song om een van de gerasterde eivormige microfoons.
GEEN PLATEN
Nee, we maken geen platen", zegt Rob Lagerveld, die hoewel de band leider noch manager heeft, het woord voert. Hij schuift het flesje cola, waarin een zoekgeraakte sigarettepeuk dobbert, achter een immense versterker en vertelt, dat "Everyman" geen aspiraties koestert om beroeps te worden. Omdat hij als aspirant-onderwijzer weet, dat bescheidenheid hem siert, laat hij horen, dat "Everyman" nimmer geprobeerd heeft een plaat op de markt te brengen, "hoewel onze fans dat steeds bepleiten", vult hij aan.
Maar "Everyman" wil amateur blijven, omdat je te veel verplichtingen moet opbrengen, als je platen hebt uitgebracht. Ook de overige musici delen die mening en zijn unaniem van oordeel, dat zij alleen als hobby elk weekend weer de jeugd in en buiten Den Helder met hun plezier willen amuseren.
Bezetting 1966
Bezetting 1967
Everyman in de studio